Je badkamer opmeten en uittekenen in 4 stappen

Met ons stappenplan reken je niet alleen uit hoe groot je badkamer is. Je gaat ook na hoeveel ruimte je douche of bad mag innemen. En waar je je badkamermeubels het best laat plaatsen. Eén algemene tip voor je uit de startblokken schiet: werk zo precies mogelijk. Zo vermijd je rekenfouten en kom je tijdens de renovatiewerken niet voor verrassingen te staan. 

1. Stap 1: je badkamer opmeten
2. Stap 2: oppervlakte berekenen
3. Stap 3: grondplan opstellen
4. Stap 4: badkamer inrichten

Stap 1: Je badkamer opmeten

Vloer badkamer

Maak eerst een ruwe plattegrond van je badkamer. Meet daarna de vloer op en noteer alle afmetingen op de plattegrond. Sla geen enkel stukje over. Zorgt een steunmuur bijvoorbeeld voor een inkeping in de vloer? Schrijf dan ook daarvan de maten op. En noteer ondertussen waar alle afvoer- en toevoerleidingen zich precies bevinden. 

Gebruik je tijdens het opmeten een plooi- of lintmeter? Werk dan héél nauwkeurig om fouten te voorkomen. Tip: met een digitale afstandsmeter meet je sneller en preciezer. Online vind je zo’n lasertoestel al vanaf 25 euro. Zorg er wel voor dat er tijdens het opmeten geen spullen of meubels in de weg staan. Anders loop je het risico dat je toestel verkeerde maten registreert. 

Muren en plafond

Na de vloer zijn de muren aan de beurt. Muren en plafonds lopen zelden volledig recht. Meet de hoogte van je muren daarom altijd op minstens twee verschillende plaatsen op. Eén keer aan het linkeruiteinde van de muur en één keer aan het rechteruiteinde bijvoorbeeld. Maak van elke muur een aparte tekening waarop je de maten noteert. En neem daarin alle ramen en deuren – inclusief hun afmetingen en draairichting – op. Geef van elke muur ook het type aan. Gaat het bijvoorbeeld om een bakstenen steunmuur of een houten wand?  

Extra uitdagend zijn de schuine plafonds, want daarvan moet je telkens de hellingsgraad berekenen. Die bepaal je het gemakkelijkst met een (digitale) hoekmeter. Met een waterpas en schietlood lukt het ook, al komt daarbij heel wat rekenwerk kijken.

Stap 2: De oppervlakte berekenen

Tijd om uit te rekenen hoe groot je badkamer is. Dat doe je altijd in vierkante meters. Noteerde je de maten op je plattegrond in centimeters? Deel ze dan door honderd om ze in meters om te zetten. De oppervlakte van een vierkante of rechthoekige badkamer berekenen is best eenvoudig. Daarvoor vermenigvuldig je de lengte van de vloer met de breedte ervan. 

Lengte (m) x breedte (m) = oppervlakte (m²) 

Natuurlijk vormen niet alle badkamers een perfect vierkant of een perfecte rechthoek. Denk maar aan een ruimte met verschillende hoekjes en kantjes … of aan een badkamer met scheve muren. Ziet jouw ruimte er eerder zo uit? Verdeel je plattegrond dan onder in aparte vierkanten of rechthoeken, zoals op de tekening hieronder. Met dezelfde formule van daarnet bereken je eerst de oppervlakte van alle aparte vlakken. Daarna tel je alle uitkomsten bij elkaar op.  

Lengte vlak 1 (m) x breedte vlak 1 (m) = oppervlakte vlak 1 (m²) 

Lengte vlak 2 (m) x breedte vlak 2 (m) = oppervlakte vlak 2 (m²) 

Oppervlakte vlak 1 (m²) + oppervlakte vlak 2 (m²) = oppervlakte badkamer (m²) 

Lopen de muren van je badkamer wat scheef? Dan zal je plattegrond niet alleen uit vierkanten en rechthoeken bestaan, maar ook uit driehoeken. De oppervlakte van een rechte driehoek (een driehoek met een hoek van 90°) bereken je door de lengte van de korte zijde te vermenigvuldigen met die van de lange zijde en de uitkomst te delen door twee. Een driehoek zonder rechte hoek verdeel je eerst in twee rechte driehoeken. Waarna je de oppervlakte van beide driehoeken eerst apart berekent en ze daarna bij elkaar optelt.  

Stap 3: Het grondplan opstellen

Je kent nu alle exacte afmetingen en ook de oppervlakte van je badkamer. Daarmee teken je een grondplan op schaal uit. Bepaal eerst welke schaal je daarvoor zult gebruiken en reken alle afmetingen om. Vaak is een schaal van 1:20 het overzichtelijkst. Daarbij deel je alle afmetingen die je opnam (in centimeter) door 20. Zo komt elke centimeter op je plan overeen met 20 centimeter in werkelijkheid. Valt je plan toch te groot uit? Kies dan voor een kleinere schaal (1:30 of 1:50 bijvoorbeeld).   

Voor schaal 1:20: lengte werkelijke muur (cm) / 20 = lengte muur op je plan (cm)  
Voor schaal 1:30: lengte werkelijke muur (cm) / 30 = lengte muur op je plan (cm)  
Voor schaal 1:50: lengte werkelijke muur (cm) / 50 = lengte muur op je plan (cm)  

Omtrek

Neem daarna een potlood, wit blad papier en meetlat bij de hand of gebruik de Van Marcke 3D badkamertool. Zet eerst de volledige omtrek van je badkamer uit. Gebruik daarvoor een dikke lijn.  

Openingen

Breng nu de ramen en deuren in kaart. Voor elk raam voeg je een gewone lijn aan je grondplan toe. Bij de deuren noteer je telkens ook de draairichting. Opgelet: draait een bepaald raam naar binnen in plaats van naar buiten? Geef dan ook dat op je grondplan weer.  

Leidingen en radiatoren

Daarna zijn de leidingen en radiatoren aan de beurt. Laat je eventuele oude leidingen nog verplaatsen? Geef op je plan dan alleen de toekomstige locatie van de nieuwe leidingen weer. Toevoerleidingen met koud water duid je aan in het groen. Toevoerleidingen met warm water in het rood. Zijn er ook toevoerleidingen met regenwater aanwezig? Geef die dan een blauwe kleur. Geef tot slot alle afvoerbuizen weer met een zwarte pijl.  

Stap 4: Je badkamer inrichten

Tijd voor het leukste onderdeel: je toekomstige badkamer inrichten. Omdat je nu alle afmetingen en ook de exacte locaties van de leidingen en afvoeren kent, weet je precies op welke plekken je een bad of douche kunt plaatsen en hoe groot je toekomstige badkamermeubels mogen zijn. 

Test je graag verschillende indelingen uit? Werk dan niet op papier, maar gebruik onze digitale 3D-badkamertool. Daarmee probeer je eindeloos veel mogelijkheden uit, zonder dat je telkens een nieuw grondplan hoeft te tekenen. Tevreden met het resultaat? Sla je virtuele droombadkamer op en neem je 3D-tekening mee naar je afspraak in de showroom.